De Venen

De rivieren de Oude Rijn, de Vecht, de Waver en de Kromme Mijdrecht vormen de natuurlijke grenzen van het gebied. Daarnaast zorgen de plassen evenals vele boerensloten en weteringen voor nog meer water. 

Naast water zijn er uitgestrekte weilanden in het veenweidegebied, die bij uitstek het broedgebied zijn voor weidevogels als de kievit en de grutto.

Vanaf de twaalfde eeuw is begonnen van de moerassen een bewoonbaar gebied te maken. Door het droogvallen van de moerassen kwam het veen aan de oppervlakte. De opkomende industrie rond Amsterdam zorgde voor een toenemende vraag naar brandstof. Zo is er begonnen met het afgraven van veen om er turf van te maken. Hierdoor ontstond opnieuw een waterrijk gebied met plassen en legakkers, zoals dat nu nog terug te vinden is. Sommige delen zijn later opnieuw drooggemalen. Dit zijn de polders die behoren tot de laagst gelegen punten van Nederland.

Routekaart